Wanneer je je een beetje verdiept in (sport)voeding kom je ze al snel tegen; Macro’s en Micro’s. Oftewel Macronutriënten en Micronutriënten. Maar wat houdt dit nu precies in? En wat moet je er over weten?
Kort gezegd geeft macro of micro aan in welke mate je lichaam bepaalde voedingsstoffen (nutriënten) nodig heeft. Hierbij staat Macro voor groot en Micro voor klein.
Er zijn drie macronutriënten die je lichaam, in relatief grote hoeveelheden dus, nodig heeft;
- Koolhydraten
- Vetten
- Eiwitten
Dit wetende kan je dus al snel concluderen dat Micronutriënten voedingsstoffen zijn die je lichaam in relatief kleine hoeveelheden nodig heeft. Denk aan vitamines, mineralen en spoorelementen. Desondanks is het een van de belangrijkste groepen voedingsstoffen die je lichaam nodig heeft.
In tegenstelling tot macro’s hebben micronutriënten over het algemeen geen calorische waarde. Dit betekent dat ze je lichaam niet van energie voorzien maar iedere micro vervult zijn eigen, specifieke taak. Dit kan bijvoorbeeld een bijdrage aan spierherstel, groei of je immuunsysteem zijn.
De bekendste micronutriënten zijn;
- Vitamines: Vitamine A, Vitamine B12, Vitamine C, Vitamine D, Foliumzuur
- Mineralen: Calcium of Magnesium
- Spoorelementen: Zink, Selenium, Jodium
Jouw lichaam kan je zien als een groot lego-bouwwerk. Iedere macro en microvoedingsstof vormt een eigen blokje. Voor het beste bouwwerk heb je van elk soort blokje genoeg nodig. Hiervoor is een gevarieerd voedingspatroon belangrijk. Zo heb je genoeg verschillende blokjes om je lichaam op te bouwen.
Wat die verhoudingen zijn is volledig persoonsgebonden. Afhankelijk van jouw fysieke staat, dagelijkse inspanning, eventuele extra behoeften (bijvoorbeeld bij ziekte) en je huidige tekorten. Door te zorgen voor goed gevulde, gebalanceerde maaltijden ben je al een heel eind om de juiste balans te creëren voor jezelf.